IJselijk

Toen wij uit Rotterdam vertrokken
het anker net op tijd gelicht
toen was de lucht danig betrokken
verzwaarden ratten ons gewicht

Zo startten wij de overtocht
recht in één streep, dus zonder bocht
Was dat wel slim, was dat wel wijs?
Want plots was daar die klomp van ijs

Eén ding was beslist wel helder
ieder ging nu naar de kelder
Ons schip werd wreed in twee gereten
door dat toetje na het eten

Het werd hard en vuig bevechten
van een plek in één der sloepen
en het hielp niet om te roepen
dat je deelde in de rechten

Wat kan dit relaas ons leren?
Gratis wassen van de kleren?
Of dat in geval van nood
elk het meest toch vreest de dood?