Om de gaten in de tijd te houden.
Vooral de slaap maakt ze.
Het resultaat kan bedroevend zijn.
Schrijnend is het voorbeeld dat Chob bereid was met ons te delen. Tijdens Hallo Ween begaf hij zich ongekostumeerd te ruste, wat al een povere start was. Nauwelijks begon de slaap vat op hem te krijgen, of daar schoten enkele dichtregels als onkruid op in zijn brein. Even flakkerde er een zinvol idee, maar Chob meende in zijn hoogmoed, dat het niet nodig was om weer op te staan, de regels te noteren om dan pas te gaan genieten van Morpheus’ spinsels, die de mens verkwikken en zonder dewelke hij eindigt als een wrak op open zee. Fataal. Bij de koffie kwam de herinnering terug, dat hem aan de rand van het zwarte gat van de slaap iets te binnen was geschoten. Nu was het buiten bereik.
Een schlemielige poging nog iets boven water te halen, leverde het volgende kreupele gedoe op, waarbij ik aarzel, dit als gedicht of vers te betitelen. Enfin:
Ze heette, meen ik, Dymfje
en was een prachtig nimfje:
rank en slank, met mooie vormen
niet ontsierd door vieze wormen
in gelaat of lager streken
dat had mij echt niks geleken
een gezicht bedekt met puisten
of echt van die werkmansvuisten
aan het uiteind’ van de armen –
golvend haar of krullen zwart
zijn vertroosting voor mijn hart
aan zo’n nimf kan ik mij warmen
zonder schoonheid geen beminnen
zo één vraag ik niet eens binnen
nou, laat staan, dat ik zou fluiten
eerder gooi ik modderkluiten
zoals in de Schrift ook staat
wanneer iemand wordt gehaat
maar dan is de modder stenen
die getroffen is moet wenen
Jezus schreef wat in het zand
farizeeërs aangebrand
ving hij met een paradox
dus die vluchtten naar Fort Knox
Ook de nimf lijkt zich te haasten
naar zo’n fort en naar haar naasten
wil haar eerzaamheid bewaren
anders zit ze straks met blaren