vandaag zou ik uit vissen
er kwam niks van terecht
de boot bleef alsmaar wiebelen
met mij op de voorplecht
mijn makkers wierpen blikken
en ik het aas in zee
daarna begon het hikken
mijn maaginhoud kwam mee
plots hoorde je het schreeuwen
van fel strijdende meeuwen
tot slot hoosde de regen
ik kon er niet meer tegen
dat ik de tocht heb overleefd
komt enkel doordat men toen heeft
mij ’t springen erg bemoeilijkt
de daad werd ook vergoelijkt