Zoals Arnold Heertje in zijn bekende ‘De kern van de economie’ uiteenzet, hebben bij transacties beide partijen een belang, waarin de tegenpartij lijkt te kunnen voorzien.
Dat is de essentie van de marktwerking.
De duivel verzamelt zielen. Wie met hem een pact wil aangaan (zoals Faust) ervaart een gemis of gebrek, koestert dus een begeerte, en is bereid zijn/haar ziel te verkopen, als de duivel dit gebrek opheft en het object, de persoon of de situatie levert, waar de verkopende partij naar hunkert.
Maar wat is die ziel? Kan het individu er vrijelijk over beschikken en zijn ziel dus verkopen? Wat, als iemand niet gelooft in het bestaan van een ziel en toch het pact aangaat? Is dat betalen met vals geld?
Definitie van ziel
Wikipedia weet raad, als we speuren naar de betekenis van ‘ziel’, maar schept ook verwarring door in één adem zowel de gangbare als de (esoterische) opvatting te noemen. Gangbaar is de opvatting, dat de ziel de immateriële, spirituele component van mensen is.
Esoterici zien de ziel evenwel als drager, uitdrukking of voertuig van het ego of de (eeuwige) geest.
Etymologisch gaat het woord ziel, Seele, soul, psyche, pneuma, anima (ziel), animus (geest), spiritus (geest), âtman (Sanskriet) en Hebreeuws enefesj (levensadem, geur), nesjamah (ziel, lucht) en roeach (geest, wind) in alle talen terug op het kernbegrip ‘adem’.
Het inmiddels grondig herziene, maar nog altijd leverbare Philosophisches Wörterbuch van Heinrich Schmidt, Kröner Verlag Stuttgart, 1951, hint er op pagina 522 op, dat het idee van een ziel als adem waarschijnlijk ontstaan is door de waarneming, dat levenden in- en uitademen, maar doden niet. De ademtocht die met het sterven ophoudt zou dan opgevat zijn als een ziel die uit het lichaam verdwijnt. De afbeelding, die Wikipedia toont bij het lemma ‘ziel’ laat dit fraai zien. Het bestaan van dromen heeft het idee versterkt, dat er een ziel zou bestaan, die onafhankelijk is van het lichaam.
Wikipedia beschrijft op de genoemde pagina de ver uiteenlopende visies op de ziel bij Plato en Aristoteles, het animisme, de grote wereldreligies en new age en doet dat zo beknopt en kernachtig, dat citeren hier overbodig is.
De wetenschap heeft de immateriële ziel als feitelijke entiteit nog niet gevonden, maar moderne neurologen associëren de menselijke ziel desondanks met temperament en persoonlijkheid en situeren het fenomeen in de frontale hersenkwab. De interactie tussen deze frontale hersenkwab, waar het rationele denken zetelt, en het limbisch systeem, dat de emoties en driften bepaalt, zou verantwoordelijk zijn voor onze morele keuzes tussen goed en kwaad. De Amerikaanse evolutionair bioloog Marc Hauser liet mensen van onder een hersenscanner kiezen uit morele vraagstukken en kwam tot dezelfde conclusie. Of Hauser hiermee echt iets over de ziel of alleen maar over het geweten heeft ontdekt, is een open vraag.
Pijn
Laten we aannemen, dat de onstoffelijke ziel bestaat. Kan zo’n entiteit pijn voelen? Omgekeerd kunnen op zich onstoffelijke emoties zoals schrik, vrees, angst, spijt, verdriet en woede lichamelijke reacties teweegbrengen, die aanvoelen als pijn. Ook zijn er mensen, die door een genetisch defect geen pijn kunnen voelen. Pijn is echter altijd verbonden met fysische processen en een brein, dat de signalen van pijn registreert (of dus zou moeten registreren). Aangezien de ziel na de dood zou losstaan van zowel lichaam als bewustzijn, is het moeilijk voorstelbaar, dat zij in de hel oneindig gefolterd zou kunnen worden. Maar daarmee vervalt alle dreiging, verbonden aan het verlies van de ziel.
Konden we het maar aan Sisyphos of Tantalus vragen.
Vreemd in dit kader blijft, dat de kerkelijke autoriteiten de arme sukkels, die ondanks alle bangmakerij toch een pact met de duivel bekenden te hebben afgesloten, na vaak helse martelingen liet veroordelen tot de brandstapel. Deze pechvogels werden dan dus dubbel gestraft. Of was de Hl. Kerk zich wel bewust van de kans, dat de ziel in de hel ongevoelig kon zijn, en daarom maar hier op aarde al de gruwelijke bestraffing liet voltrekken? Welk schouwspel natuurlijk ook hielp om de rest van de kudde binnen de morele dranghekken te houden. Overigens is afschrikking nog altijd een van de doelstellingen van het strafrecht.
voorstellingen