Plato schreef, ’t is ongelogen,
zijn beroemde Dialogen
niet om te amuseren
maar om iets moois te leren
Mams was naar de stad gegaan
had daar boodschappen gedaan
Chef-kok stond al zeer te smachten
wijl de gasten binnen wachtten
Men lag aan om fijn te smullen,
over politiek te lullen
Hoe de waarheid wordt verkracht
om te krijgen nóg meer macht
Zes maagden zorgden voor gezang
hooguit beschouwd als sound-behang
Aan goede wijn wou men zich laven
Kelners waren slechts hun slaven
afgescheept met krap een fooi
O, wat was het leven mooi