Kan en mag lelijkheid op juridische gronden gelden als een legale reden tot verdrijving uit een belastingparadijs en zo ja, treft een rechterlijke veroordeling wegens afzichtelijkheid enkel de aangeklaagde of ook zijn nakomelingen, ongeacht de mate van genetisch opgelopen schade inzake hun verschijningsvorm?
Hoe te handelen indien het gedupeerde kroost van een lelijke ouder een wedereis tot schadevergoeding indient wegens overmacht dan wel ontoerekenbaarheid en desondanks ondervonden maatschappelijke achterstelling c.q. discriminatie?
Minstens even prangend als deze vragen
is de kwestie, wie er voor de kosten van transport opdraait. Een voor de hand liggende en bar slecht gemotiveerde kreet als ‘de overheid natuurlijk!’ is al te gemakkelijk en dient in ampel beraad heroverwogen te worden, alvorens de staat van gewijsde te kunnen verkrijgen.
Bijkomende problematiek vormt uiteraard de normering. Want waar houden onaantrekkelijkheid en onooglijkheid op en beginnen afstotelijkheid en monstruositeit?
Zijn gerespecteerde disciplines zoals de sociologie, psychologie, theologie of de kunsthistorische wetenschap in staat een bevredigende, maar vooral sluitende oplossing te presenteren? Wat meteen de vraag oproept, of afbeeldingen, die onder de normering zouden vallen, eveneens uit het B-paradijs verbannen moeten worden.