Slecht

Abominabel onaimabel

Het toppunt van een slecht gedicht
bleek vaak op hoogste roem gericht.
De maker smakt op zijn gezicht,
een recensent heeft hem gericht,
zo’n lullo die ’t ontbreekt aan licht.
De dichter schrikt van diens bericht
maar heeft zijn hielen al gelicht.

(Een iets aangepaste notitie van jaren geleden, die opdook, drie dagen nadat ik het gedicht Rijmelarij van Nicolaas Beets las in de bloemlezing van de Nederlandse poëzie 19|20 door Gerrit Komrij, pagina 140 in de editie die in 1996 is uitgegeven door Bert Bakker, Amsterdam)