in hoge bomen nestelen
de eksters met hun verenpracht
niet om ons te bestelen
wat men misschien verwacht
dat zij daar bonen telen
klinkt allicht erg verdacht
of etterwonden helen
daarvoor ontbreekt hen macht
eksters zijn nou eenmaal schuw
en wij noemen dat dan sluw
maar zij houden van schaduw
en vinden leven nogal ruw
wanneer zij eitjes pikken gaan
doen zij dat om hun voortbestaan
zij zijn ook niks verbitterd
maar dol op al wat schittert
als u nu zegt ‘dat vind ik gek’
vergeef hun dan dit loos gebrek
gemeten naar ons mensen
hebben ze weinig wensen
niets kan eksters verontrusten
hooguit brandjes, ongebluste
want die vellen iep en eik
jagen vogels uit hun rijk
Voetnoten:
Een stelende ekster speelt de hoofdrol in het Kuifje-stripverhaal De juwelen van Bianca Castafiore (1963), hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op de opera La gazza ladre van Rossini, die Hergé op pagina 60 ook noemt
In de westerse cultuur staat de ekster al heel lang in een kwaad daglicht, omdat hij de gekruisigde Jezus bespot zou hebben, maar in Korea en China beschouwt men hem juist als brenger van geluk
Op het schilderij De verloren zoon van Jeroen Bosch zit rechtsonder achter het hek een ekster, terwijl er in een kooi aan de herberg een gevangen exemplaar zit. De zoon twijfelt hevig tussen terug naar de losbandigheid in het huis van de ontucht of dat de rug toekeren en deugdzaam gaan leven (bron: Charles de Tolnay, Hieronymus Bosch, het volledige werk, Atrium, 1984, pag. 282/283). Volgens mij symboliseert de zwart-witte vogel de besluiteloosheid.