Publi-zeer

ik wou graag publiceren
en vroeg raad aan wat heren
hun antwoord was vooral gekreun:
‘wie zou het willen lezen?’

ja, zulke vragen rezen
dus daar vond ik geen steun
‘er zijn al zoveel boeken,
ga toch kantoorwerk zoeken

of neem de spin Sebastiaan
hoe slecht is het met hem gegaan?’
het was raad van koudbloedigen
die mij niet kon ontmoedigen

als ik ernaar zou luisteren
liet ik me stom bekluisteren
zo liet ook Bertken zich bemuren
wat heel haar leven zou gaan duren

wanneer je zelf eens iets wilt doen
hoor niet naar wie slechts raadt voor poen
je droom verwordt tot snipper
door zo’n sigarenknipper

drink j’eer een flink stuk in je kraag
of stel in ernst jezelf de vraag:
ben ik soms niet geboren
om mij te laten horen?

nog amper had ik dit gezegd
of het verging me daad’lijk slecht
een duvel sprong er uit zijn doos
zijn tong was buitensporig boos

‘wilt gij ons doen geloven,
dat gij slechts leeft voor strofen?’
smaalde des duivels advocaat
degeen die over fake news gaat

het is de energiekste
van geest de allerziekste
die hief op Satans hoogste troon
de achterklap, de spot, de hoon

hij heeft een goed geheugen
voor eender welke leugen
in meineed zeer bedreven
staat hij je naar het leven

zie af van reageren
je zou zijn smoelwerk smeren
met woorden delf je ’t onderspit
waarna je met de brokken zit

bij onrechtbanken kind aan huis
vermaalt hij logica tot gruis
het allerbeste medicijn
is immer stom en stil te zijn