Corquet

Filosofie van het Desondanks
Nulde These

Corquet, de allerhoogste Entiteit, die Zijn en Niet-Zijn naadloos omsluit, immanent aan het Zijn zelf is, maar dit tegelijk transcendeert – voor zover een tijdscategorie zoals ‘tegelijk’ als metafoor toegestaan is – zodat er buiten of in Corquet niets kan zijn en alle kennis dienomtrent slechts speculatief is. Deze allerhoogste nu, die wij noodgedwongen voorzien van de aanduiding Corquet, een even leeg begrip als ego of geest, wordt omringd door zeven Emanaties, die elk op zich en bovendien in onderlinge samenhang toch niet anders zijn dan Corquet, nooit geschapen, nooit aangetast door ruimtetijd, nooit gestorven.

Elk van deze naamloze emanaties baart in eonen durende uitademingen en inhalaties van de eigen schepping acht Facetten. Voor zover onderworpen aan telling en tal vormen Corquet en zijn of haar Emanaties en Facetten dus 64 Velden of Sferen, elk doordesemd van een aftelbaar oneindig aantal Grondtrillingen, die aan het gehele universum die welriekende illusoire versluiering als schijn van bestaan verlenen, die ons waarnemers en daarmee scheppers in opperste verbazing en geestvervoering brengen, uit welke gemoedstoestand vervolgens de oneindige keten van maya voortkomt. Talrijk waren de pogingen der wijsbegerigen om sluitende bespiegelingen op schrift te stellen over de Vierenzestigheid van Corquet. Vergelijkingen met het edele schaakspel lagen voor de hand en werden reeds in oude tijden opgeschreven, in dialogen behandeld en tot tragedies gesmeed (Het volstaat hier te refereren aan Nietzsche’s Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik). Ook de visie, dat hier sprake is van Tweeheid tot de zesde macht mocht zich enige tijd verheugen in een grote schare vaanhangers, die zonder enige filosofische scholing leringen in de wereld brachten zoals t apodictisch gepresenteerde model van twee driedimensionale universums die elkaar tezelfdertijd zowel loodrecht als gekromd zouden snijden om ons aldus de waarneembare werkelijkheid voor te toveren, desnoods als holografische projectie vanuit een zwart gat aan de rand van het heelal of net daarbuiten. Humbug, waarde lezer, klinkklare onzin, zotternij tot de elfde macht. Want vanuit welke positie menen verdedigers van dergelijke prietpraat hun beweringen te kunnen doen? Zweven zij wellicht buiten het Al? Hoe kan men weet hebben van de immanentie van Corquet, als deze immanentie ook het waarnemend subject en zijn weet-hebben omsluit? Zonder tegenstelling of dualiteit kan er immers geen waarneming zijn, bewustzijn is altijd bewustzijn van. Waar menig scherpslijper dit argument tracht te weerleggen door de spitsvondige opmerking, dat het bewustzijn zich bewust kan zijn van zichzelf, daar schudden wij ons moede hoofd over zoveel domheid. Puur uit lankmoedigheid willen wij een welwillende glimlach schenken aan het concept van emergentie, maar woordeloos. Aangaande transcendentie geldt dezelfde redenering: hoe kan men iets dat alles overstijgt ooit vangen in een gedachte, model, theorie? Want alles overstijgen houdt immers in, dat het transcendente ook het begrijpen, verwoorden en vastleggen overstijgt en daarmee ook alle taligheid. Het gehele begrip is dus zowel inhoudsloos als betrekkingsloos.
Een onzichtbare schat, buiten de tijd verborgen in het onbetreedbare.
De enige troost, die ons rest: doen alsof en parmantig voortleuteren.
Want daar kun je wel een hoop lol mee hebben. Ondanks alles.