Cel

Soms ontboezemt in een bunker
zelfs een schurk nog: O, ik hunker
naar een villa in de tropen
al is het een eindje lopen

Naar de supermarkt, de winkels
maar dat liever dan die kinkels
waar ik hier nu mee moet hokken
wat een tuig op wollen sokken

In een kot te moeten leven
in één ruimte met twee neven
zo benauwd en een te krap
stapelbed met stalen trap

Als het nou nog nichten waren
was het óók nog best wel vol
maar ik kwam toch tot bedaren
en het maakte me niet dol

Ach, het paradijs lokt ginder
want wat heb ik hier een hinder
van die gore streptokokken
die om niks met je gaan knokken

In de tropen is het heter
zelfs een kloostercel is beter
liever bij de augustijnen
dan hier naar de filistijnen

Als we nou een tunnel graven
en er door naar buiten draven?
dat is leuker dan dit turen
naar slechts vier betonnen muren

En een traliehek van staal
waar ik nog het meest van baal
zat ik hier maar in mijn uppie
als een aquarium-guppy

Waarom zouden wij iets vrezen
er moet toch een uitweg wezen?
kom, dat liedje van Bob Dylan
is wat wij graag horen willen