Het monster van de schaamte tormenteert zo menig jonge ziel. Zodat ik als adolescent vele wandelingen piekerend verprutste met tobben over de vraag, wat erger was: schuld of schaamte. Voor schuld kun je boeten. Dat toont de meesterlijke Russische roman van Fjodor Dostojevski, maar schaamte blijft knagen, wroeten, vreten. De sofa van Sigmund in Wenen lijkt uitkomst te bieden, maar in feite kweek je daar alleen een mede-weter, die knikt en schrijft en later alles geanonimiseerd in zijn zoveelste publicatie stouwt tot meer eer en glorie voor hemzelf, terwijl jij jezelf met nog meer scherven richt.