Pikir 2

Vandaag vroeg ik mij af, of er van een omstreeks 1984 verwaarloosd en nooit voltooid project nog iets te maken zou zijn. Blij dat zich zo spontaan een Taak aandiende zette ik mij al tijdens de koffie aan de tekentafel om in de geest van de aanwijzingen op de veronachtzaamde schets mij zo bekwaam mogelijk te kwijten van deze Taak.

Na een korte onderbreking voor wat lichaamsbeweging, anders dan klikken met wijsvinger en bewegen van de muis van en met mijn hand, schreef ik bij het al half voltooide werk het volgende droevige verhaal.

Eva

En het geschiedde in die dagen, dat Eva de vrucht in haar schoot gewaar werd en ineens getroffen werd door het besef, dat nieuw leven impliceert, dat leven dus ook oud kan worden en meer dan dat, zal moeten eindigen. Onder het warme eten schoof zij de appelmoes naar Adam en maakte zij hem ietwat bedrukt deelgenoot van haar inzicht. En Adam trok bleek weg en verklaarde, dat het dan ook wel uit kon zijn met hun onbezorgde leventje als dierenoppas en parkwacht.
Ja hoor, de afwas was amper gedaan, of er werd aan de voordeur gebeld. Ze hoopten, dat het een Jehova Getuige met het woord van God zou zijn. Dat was bijna helemaal waar. Er stond een engel des Heeren met een stenen tafel, waarvan het blad was gebruikt om er een voor stervelingen onleesbare boodschap in te beitelen. Maar dat vormde geen bezwaar voor de afgezant, die hen zowel mondeling als wijzend naar het ingehakte goddelijke decreet berichtte, dat zij wegens achterstallige huur zowel pand als hof terstond dienden te verlaten met medeneming van hun vuile was en het afval hunner dagen.
‘En, en mijn baan als hoeder van de dieren?’ hakkelde Adam, maar dit verweer baatte even weinig als de hete tranen van Eva. De hemelse postbeambte toonde zich onvermurwbaar.  Hierop maakte zich een grote droefenis meester van het aanstaande ouderpaar. En het kwaad welde op gelijk een geiser en verscheen in de wereld, vooral bij Adam. Terwijl hij grimmig zijn kruiwagen vol vuilnis laadde, wies zijn vrouw zich met haar eva de tranen van het gelaat.