Groningen

O Groningen, ach Groningen,
wat is er met uw woningen?
Ze zitten vol met scheuren,
hoe kon dat toch gebeuren?

‘Denk maar eens aan een ballon,
die vrolijk rondvliegt in de zon.
Als jij daar nou de lucht uit haalt,
verdomd als ie dan niet hard daalt.

Het klinkt misschien wat afgestompt
ook hier werd teveel gas gepompt
van onder onze voeten
en dus moeten wij boeten.

Nu zoveel gas verdwenen is
klinkt overal vaak raar gesis,
de bodem is aan ’t zakken
zodat alles gaat krakken.

Kees Stip* voorzag dit lang gelee
en deelde het ons toen al mee
in een gedicht, vier regels lang,
maar niemand werd toen nog echt bang

De gaskraan dicht kan baten
of Groningen wordt gaten
en Hoogezand en Sappemeer
zijn daarna beide Waddenmeer’

*Kees Stip, Groningens toekomst, opgenomen in de bundel Hij dicht zo licht, 3 ons gedichten van Kees Stip, afgewogen door Dick Welsink, Ooievaar pocket, Amsterdam 1996, pagina 195,
ISBN 9-78905-130762 of  9789057130762