Niks te moeten,
niks te hoeven
in mijn huid
al diepe groeven
’t Is nog wennen, maar
kleur zit niet meer in mijn haar
Van de mensen
die dit kennen
hoor ik, dat het
wel zal wennen
Heb ik voor het laatst gehooid?
Is mijn leven nu voltooid?
Van mijn oude
vrienden velen
kunnen het niet
meer verhelen
Willen niet de aanblik delen,
komen niet meer op bezoek
Hopen stil nog tijd te stelen
maar hun lot ligt om de hoek
Waar ik echter niet uit kom:
is vrijdom nou echt vrij dom?