Visie

De eerste expositie van zeefdrukken, die ik in mijn tijd aan de AKI maakte, vond plaats in Galerie Kwadraat in Almelo. Hier een foto uit de begintijd aan de kunstacademie in Enschede en mijn visie, die als uitleg bij de tentoonstelling fungeerde.

Ideeën komen niet uit de lucht vallen. Kunstwerken evenmin. Extern worden zij bepaald door de collectief-historische situatie waarin de kunstenaar leeft en de cultuurcanon waarin hij opgevoed is, intern door zijn worstelen met de van buiten af aangedragen problemen en zijn allerindividueelste reactie daarop, alsmede de intrapsychisch gefundeerde levensproblematiek; samen de manier waarop hij zijn “in de wereld zijn” wezenlijk gestalte geeft.
Achter de hier tentoongestelde prenten zit dan ook een visie, een filosofie die men tot de kortst mogelijke formule teruggebracht “verandering en bestendigheid” zou kunnen noemen. Hoewel de prenten binnen een serie veel op elkaar lijken, is er toch niet één helemaal gelijk aan een andere. Het element van bestendigheid dat erin zit, is de tekening, het motief, de kleuren echter variëren.
Met de verdrijving uit het paradijs, wat mythologisch de uitdrukking is van een ontwakend zelfbewustzijn en de illusie van de afgezonderdheid als zelfstandig, autonoom ego, begon de menselijke geest voor zichzelf problematisch te worden. Dit proces herhaalt zich in elk individu en hieraan ontlenen mythen hun grote kracht.
In de loop van de evolutie der mensheid zijn al heel wat antwoorden op dit dilemma van Zijn en Niet-zijn, van worden en vergaan geformuleerd.
Het Indische denken met Vedanta, Oepanishaden, Sankhya, Yoga, Brahmanisme, Boeddhisme zocht een oplossing vooral in het overwinnen van de wereld der zintuigen die zij begoocheling noemde, het Chinese denken probeerde de harmonie tussen hemelse en aardse orde tot uitdrukking te brengen en benadrukte de plaats van het individu in een groter geheel, de samenleving. Terwijl de Chinezen het principe van de verandering als uitgangspunt kozen, kwamen zij tot een van de meest bestendige culturen die er ooit geweest zijn. Een heel andere richting nam het westerse denken. Met name in het oude Griekenland werden de problemen van het Zijn voor het eerst gesteld in een vorm die ons denken eeuwenlang zou beheersen.

Alles verandert voortdurend. Noch het waarnemend subject noch de objecten bezitten duurzaamheid. Het Taoïsme leert ons dat en hoe we de patronen van verandering kunnen kennen, en deze leer is onder meer in de I Tjing, het Boek der Veranderingen neergelegd. Door onszelf af te stemmen op deze patronen, ons denken, voelen en willen in overeenstemming te brengen met de eisen van een specifiek moment, kunnen wij ons in harmonie brengen met de harmonie van de kosmos als het groter geheel. Zo kunnen we ons lot opnemen, verwerkelijken en zinvol gestalte geven, in plaats van het slachtoffer te worden van onze eigen projecties. In de werkelijkheid, als totaal van wat buiten en binnen ons is, ligt haar transcendentie.

Het idee voor de prenten die hier tentoongesteld zijn, kreeg ik toen ik mij intensief met de I Tjing bezighield. Misschien vindt u de filosofie achter deze eenvoudige prenten wat al te ver gaan, ik geloof evenwel dat de kunstenaar tot het uiterste moet proberen te gaan, want pas de bodem van de ziel is het plafond van de fantasie.