Egel

De noordenwind sneed genadeloos door het landschap. Ik moest dus mijn tegenzin overwinnen alvorens de achterdeur open te doen.
Egel.
Hij had een verzoek.
Ik nodigde hem binnen, want we vernikkelden. Hij ging bij het haardvuur staan, wreef zich in zijn voorpootjes en hakkelde: ‘Ja of U een portret van me zou willen schilderen. Maar dan moet tevens tot uitdrukking gebracht worden, welk een gevaar de natuur bedreigt en daarmee het voortbestaan van mensen, egels en alle andere levende wezens. Kan dat?’
Ik beloofde, dat ik er mijn best op zou doen.
‘Moet ik poseren?’ vroeg Egel schuchter.
Ik had nog een foto van hem. Van vorige herfst.
Hij bedankte me en nam geroerd afscheid.
Terwijl ik de ezel in het midden van de woonkamer opzette, schoot me de titel al te binnen: egel op maandag.
Maan-dag.