dichtwerk moet altijd goed rijmen
zonder breuken, zonder lijmen
vraag daarom bij elke regel:
ligt het vast als lak en zegel?
tja, ik geef het eerlijk toe
dat is nog een heel gedoe
maar al kost het inkt en tranen
kwaliteit mag nimmer tanen
kunst en vliegwerk, haastig plakken
kwistig maar wat woorden kakken
daarvan gruwt de ware dichter
dus die schrijft altijd gerichter
neem Piet Paaltjens met een snik
ook al had die gast een tic
of een vent als Achterberg
zeg nou zelf: toch ook geen dwerg
ook de verzen van Kees Stip
liggen op eenieders lip
wel de vraag aan Herman Gorter:
kan het misschien ook wat korter?
maar modern verdraagt geen rijmdwang
dus veroordeeld als des zwaans zang
eindigt ook deze traditie
in een tijd vol van transitie
wat ooit mooi was en heel chique
heet ineens verrot en ziek
postmoderne honkbalknuppels
zijn als zoutzuur met zijn druppels
langzaam erodeert de boel
krijgt het dichten ooit weer smoel?
raakt het rijmen uit de tijd
rest slechts middelmatigheid
kunnen wij het rijm wel missen?
of gaat het al net als vissen
met het sleepnet als een zegen
kan men heel de zee wel legen
wat dan rest bekoort ons niet
is hoogstens belabberd lied
nooit meer zoenen in het lommer
wat een kwel en wat een kommer