In zijn oneindige erbarmen zal Hij een schip zenden. Dit zal verschijnen in de hoge.
Tot redding van de honderdvierenveertigduizend uitverkorenen*.
Maar politici zal de toegang tot dit schip geweigerd worden, ongeacht hun beloften, smekingen of steekpenningen. Want het heeft Hem behaagd om schoon schip te maken.
*Over de (honderdvierenveertigduizend) uitverkorenen schrijven Mattheüs (24:24 en 24:31), Markus (13:20 en 13:27) en Lukas (18:7). Ze worden ook genoemd in Romeinen (8:33), Kolossenzen (3:12), 2Timótheüs (2:10) en in Openbaringen (17:14, 14:1 en 14:3).
Voor wie zich ietwat overrompeld voelt door dit aantal en controle van de bewering dan maar voor gezien houdt, hier de citaten:
Matthéüs 24:24 ‘Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden.’
Matthéüs 24:31 ‘En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve.’
Markus 13:20 ‘En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort.’
Markus 13:27 ‘En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve.’
Lukas 18:7 ‘Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?’
Romeinen 8:33 ‘Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt.’
Kolossenzen 3:12 ‘Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid…’
2Timótheüs 2:10 ‘Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid.’
Openbaringen 14:1 ‘En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden.’
Openbaringen 14:3 ‘En zij zongen als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren.’
Openbaringen 17:14 ‘Dezen zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.’
Bron: statenvertaling