Wie rijdt daar nou in zulk een storm?
Dat doet ie vast niet voor de vorm
de donder is van ver te horen
de bliksem flitst hem om de oren
Maar nu ik ietwat beter kijk
hij houdt iets vast, neemt hij de wijk?
Je zou haast zeggen, ’t is een kind
dat hij vervoert bij deze wind
Er moet voor mij heel wat gebeuren
voor ík zo met een kind ga leuren
Maar vaders tarten soms gevaar
dat zie je aan de scene daar
Een dichter heeft het eens beschreven
de vader wil het kind zien leven
Zijn optimisme levensgroot
baat echter niet… het kind gaat dood
Zo verder gaan met zijn verdriet
dat kan de arme vader niet
Terug, weer thuis, krijgt hij een droom
Daarin de opdracht: plant een boom
Als schaduw vlieden jaren heen
de vader raakt al slecht ter been
Zijn wandelstok is hem tot steun
doch bij de boom treft hem de dreun
‘Een teken krijgen, op een dag,
o, dat ik zulks beleven mag,’
heeft hij al vaak beleden
nu is verhoord zijn bede