Er is gewoon teveel om je over te verbazen, te verbijsteren en om verontwaardigd over te worden. Gelukkig is de jongste trend de verpreutsing, Victorianisme 2.0 zeg maar. Wat een halve eeuw na The Summer of Love en de hippiezomer van ’68 vol studentenprotesten wel een keer te verwachten was. Oude normen en waarden worden onder het stof vandaan gehaald en in ere hersteld. Om te voorkomen dat wie dan ook op welke wijze dan ook eventueel gekwetst zou kunnen worden leggen we ons steeds vaker ‘spontaan’ zelfcensuur op zonder tussenkomst van enig overheidsorgaan. Ideaal! Nou ja, tamelijk ideaal.
Langzaam breekt volksbreed het besef door, dat niet zomaar meer alles moet kunnen. Lijfstraffen als opvoedkundige methode, kastijding van beminde zoons, wreed behandelen van grote grazers en andere dieren, het is mooi geweest. Kappen! En dan niet het regenwoud natuurlijk.
Neem nou de compositie van Johann Sebastian Bach, ‘Ein Weib ist das herrlichste Ding,’ waar Wolfgang Amadeus Mozart variaties op schreef. Een vrouw als díng. Dat kan echt niet meer in onze tijd. Daar zal menige dame zich door op haar eh gelakte tenen getrapt voelen.
Blote-borsten-demonstraties alom. Helemaal terecht. Seksisme en pussygrabbing zijn immers collectieve smaad, waar niemand meer mee wegkomt. Toch? Ja, een enkele dictator in een bananenrepubliek misschien, die op social media dan trots poseert met een omhoog wijzende banaan uit zijn gulp, want dat valt volgens hem onder typische mannenhumor. En best kut als zo’n gluiperige paparazzo dat nou net moet filmen en op YouTube zet. Is dat trouwens niet in strijd met het portretrecht van die banaan?
Maar goed, laten we op zoek gaan naar de bron van de minachting jegens en vervolgens discriminatie van de vrouw in het bijzonder. Komen we dan na lang zoeken mogelijk uit bij Religies? Dat is bijna ondenkbaar. Religies dienen toch mede om de woeste massa in het gareel te houden? Zelfs de Verlichtingsdenker Voltaire stelde om die reden voor om het geloof te handhaven.
Maar toch, anderzijds… Een voorbeeld: ‘Wanneer mannen, de een met den ander, twisten, en de vrouw des enen toetreedt, om haar man uit de hand desgenen, die hem slaat, te redden, en haar hand uitstrekt, en zijn schamelheid aangrijpt, zo zult gij haar hand afhouwen, uw oog zal niet verschonen.’
Voor wie ‘schamelheid’ vreemd in de oren – of bij het lezen in de ogen – klinkt: daar wordt het mannelijk geslachtsdeel mee bedoeld. De scene is ontleend aan het bijbelboek Deuteronomium, hoofdstuk 25, de verzen 11 en 12, zoals de beroemde Statenvertaling deze weergeeft.
We zien hier een opmerkelijk staaltje juridificatie dat krom is. De dappere vrouw laat kind en kookpot in de steek, schiet haar echtgenoot te hulp en grijpt zijn overweldiger bij de ballen om te voorkomen, dat deze bruut haar man en de vader van haar kinderen ter plekke doodt. Een lint, lauwerkrans voor heldenmoed, Nobelprijs voor de Vrede is toch wel het minste, wat haar toekomt. Maar nee, haar hand moet afgehakt worden. Heeft ze soms de fair play regels voor straatvechten overschreden?
Als ze nou de mannelijkheid van de aanvaller verbrijzeld of uitgesneden zou hebben, dan ontnam zij de geweldpleger volgens Deuteronomium 23:1 de kans om in de vergadering des Heeren te komen. Niet leuk, maar horen rabauwen bij de Heere aan te zitten, waar bastaards, Ammonieten en Moabieten zelfs tot in het tiende geslacht en tot in de eeuwigheid van uitgesloten zijn?
Enfin, is dat vreemde oordeel over het afhakken van de dienstige hand in moderne vertalingen gecorrigeerd of aangepast? Nee. De ongedateerde, maar vrij oude uitgave van het Nederlandsch Bijbelgenootschap te Amsterdam neemt de tekst letterlijk over.
De groene Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, in 1969 vertaald uit de Engelse vertaling van 1961 en vaak aangeduid als de ‘Jehova-bijbel’, omstreeks 1972 de enige mij bekende bijbel met een uitgebreide index, vertelt het allemaal wat moderner. Letterlijk staat daar: “11 Als twee mannen met elkaar vechten, en de vrouw van de een komt tussenbeide om haar man te helpen en steekt haar hand uit en grijpt de aanvaller bij zijn geslachtsdelen, 12 dan moet je haar hand afhakken. Je mag geen medelijden met haar hebben.” Dus dat is ‘uw oog zal niet verschonen.’
Maar als ze die vechtjas een knietje heeft gegeven? Moet dan haar knie eraf?
Zijn modernere uitgaven van de Heilige Schrift dan terughoudender in hun woordkeus? Dat zou je bij de trend tot verpreutsing en vertrutting wel verwachten. Laten we de ‘Groot Nieuws Bijbel voor jou’, die uitgereikt werd aan kinderen van twaalf of dertien jaar bij het afscheid van groep 8, erbij pakken. Op pagina 180 staat onder het kopje ‘Bescherming van het recht op nageslacht’ glashelder en glashard: ‘Stel dat twee mannen slaags raken en dat de vrouw van de een haar man te hulp snelt. Om hem te bevrijden grijpt zij de tegenstander bij zijn schaamdelen. Hak haar in dat geval zonder pardon de hand af.’
Hoe men dit wil rijmen met het in Nederland geldende recht van zelfverdediging, zoals vastgelegd in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht, is mij een raadsel. Om de moeite van doorklikken te besparen. Er staat:
‘1 Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
2 Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.’
Hoog tijd om wat verder te studeren over het geweldige fenomeen religie. Wat staat iemand bijvoorbeeld te wachten, als hij niet luistert naar de geboden en inzettingen van Jehova, zijn God? Deuteronomium 28:16 tot en met 28:53 beschrijft het uitgebreid. Vervloekt zul je zijn in de stad en op het platteland, en ook je mand en baktrog, de vrucht van je akker, je kalveren, lammetjes enz. Al wat je doet zal verdelgd worden en snel vergaan. Je krijgt de pest, tuberculose, hevige koorts, Egyptische zweren, aambeien en eczeem, ongeneeslijke huiduitslag en meer, tot de dood erop volgt. De regen wordt poeder en stof, dat op je neerdaalt tot je verdelgd en tot voedsel voor het gedierte van het veld geworden bent. Elke veldslag ga je smadelijk verliezen. Je wordt waanzinnig, blind en je hart zal vol verbijstering zijn. Je verloofde wordt door een andere man verkracht. Van je eigen huis, wijngaard of vee zul je niet genieten. Je kinderen, schapen en de opbrengst van je akker worden geroofd en je moet het gelaten aanzien, want je zult geen kracht hebben. Integendeel, de Heere slaat je ook nog met kwaadaardige zweren van je voetzolen tot aan je schedel. Al deze vervloekingen en meer zullen over je komen, omdat je niet geluisterd hebt en niet met vreugde van je hart en met geheel je ziel (Mt. 22:37, Ef. 6:6 en Kol. 3:23) hebt willen dienen.
Verzaak dus afvalligheid en blijf bij de kudde!
Wie verder wil studeren over de herkomst van bijbelse verhalen, zij aangeraden:
101 Myths of the Bible; How Ancient Scribes Invented Biblical History, geschreven door de president van de Biblical Archaeology Society van New York, Gary Greenberg en in 2000 gepubliceerd door Sourcebooks, Inc., Naperville, Illinois.
Eerst nog terug naar Deuteronomium 25:11 en 12. Lieden, die een vrouw zo rigide straffen na haar juridisch geoorloofde handtastelijkheid, zullen wel heel gevoelig zijn voor aantasting van de lichamelijke integriteit. Nobele figuren, altijd bereid om het Kwaad te bestrijden en ethisch correct tot op het bot. Deuteronomium 3:6 tot en met 3:8 leert ongegeneerd en vol trots anders. Nadat de Israëlieten met hulp van Jehova, Jahweh of JHWH koning Og verslagen en al zijn mannen gedood hadden, namen zij zestig versterkte steden en talloze dorpen in, waar ze ‘de gehele bevolking prijsgaven aan de vernietiging, mannen, vrouwen en kinderen,’ maar hun vee namen ze mee en hun steden plunderden ze. Wie wil Timoer Lenk, alias Djzengis Kahn, nog veroordelen om zijn wreedheid?