Beeld. Sterk communicatiemiddel. Betekenis (meaning) varieert naargelang het bijschrift anders is, zoals een medestudent op de AKI medio jaren 70 met een studie bewees. Lezers scannen artikelteksten op kopregels en bijschriften (headlines and captions).
Bijschrift: Trees werd belaagd tijdens de reuzenslalom. Wat bezielde de dader?
Hij kon niet tegen concurrentie door de Pythia en stak hotel Goudpaviljoen in brand.
Wie informatie kan verschaffen over de identiteit of verblijfplaats van de onverlaat wordt verzocht contact op te nemen met de politiemol in zijn of haar kelder. Een terroristisch motief is mogelijk.
Mies
Maar geen eind goed, als niet al goed is. Dus komen de bonzen van Bollywood gonzen en de slonzen worden geschrapt, gewoon uit het script getrapt. Ervoor in de plaats komt Mies van de Seine, het nijvere naaistertje, dat rook rook, maar niet rookt en dus meteen argwaan krijgt, het naaikamertje uitrent en een glimp opvangt. Zodra ze het slechte gebit van de kerel ruikt, laat ze los, zodat hij alsnog op de hardhouten vloer terechtkomt. De glimp blijkt na noest recherchewerk een van de brandstichters uit huize Biedermann te zijn, zodat er posters met zijn walgelijke tronie verspreid kunnen worden, waarop in kapitalen GEZOCHT staat én een bijschrift onder de compositietekening, zodat resultaat niet kan uitblijven. Nu Mies in het script gesmokkeld is, moet de kijker wel een idee krijgen van haar karakter, want een figuur die aan het eind van een drama plotseling de hele zaak oplost, dat is afgezaagd als een god uit een machine en ik betwijfel of Aristoteles je ermee weg liet komen.
Mies komt dus in de derde scene al even in beeld en zoals het een thriller betaamt, verder de hele film niet meer tot aan haar glorieuze moment van het glimpvangen, zodat je als toeschouwer toch gauw een dik uur op het puntje van je stoel zit en aambeien dreigt op te lopen. Enfin, in die scene staat Mies in de deuropening van het naaikamertje te babbelen met een gozer, die net de grap maakt, dat theelepeltje een anagram is van heel tepeltje, waarmee hij hoopt dat Mies vatbaar is voor de humor en de hint snapt, zodat ze hem, de gozer die als koksmaatje het halfgaren dient uit te voeren, uitnodigt in haar naaikamertje, op welke aanduiding hij überhaupt is afgekomen. De reactie van Mies op de grap toont terstond haar edele inborst: ze werpt met kracht de deur dicht. Script-technisch heel functioneel, want nu kan ze tot haar finest moment buiten beeld en toch vastgeklonken in de herinnering van het publiek blijven.
Maar ja, elke film is eindig. Hoe is het Mies daarna vergaan? Alleen een sequel kan daarop het antwoord verschaffen. Trots en zonder vangnet presenteren wij die dan ook.
Dankbetuigingen en lucratieve aanbiedingen voor
B-films vlogen Mies om de oren na haar succesvolle introductie in de scene met de hete koksmaat en haar katalyserende rol als dea ex machina, wat haar voor menig filmliefhebber tot een moderne Jeanne d’Arc maakte. Mies koos echter voor de bühne. Ze werd zangeres in De Blauwe Engel, de louche tent waar de onderwereld opdook en zij een leraar Duits het hoofd zo op hol bracht, dat zelfs de bereden marechaussee het niet meer tot staan kon brengen. Wat weer bewijst, dat ook een meisje van eenvoudige komaf pieken en dramatisch verval tot verloedering toe kan meemaken.
‘En toen, en toen?’ vragen de kinderen met smachtende blikjes in hun oogjes. Een nieuwe sequel op de sequel valt niet te vermijden. Toen Mies ‘over the top’ begon te raken en er steeds minder publiek naar haar benen kwam kijken, verloor ze haar baan en inkomen. Maar Mies had karakter, wat niet van alle ex-sterren, ex-presentatoren, oud-politici, ex-schrijvers en ex-dichters gezegd kan worden, die toch van dezelfde hobby hun nieuwe beroep maken: het kwasten van landerigschappen! De tulp, symbool van de Gouden Eeuw in Holland, is daarbij vaak het favoriete thema, omdat paarden en handen nu eenmaal lastiger af te beelden zijn.
Ook Mies pakte dus voortvarend penseel en linnen, dat ze nog meegekregen had bij haar afscheid als naaister, en wierp haar dinges onbeschroomd op doek. Terpen Tijn zou trots op haar geweest zijn, had hij haar fijnbesnaarde trillingen aanschouwd. En toen Mies vond, dat haar leven voltooid was, wikkelde zij zich in het laatste stuk linnen en ging in vrede heen.
Nadat haar stoffelijke resten twee maanden later waren gevonden, trof de gealarmeerde politie ook nog twee grote schilderijen aan, die haar toch al tanende krachten gesloopt moeten hebben. Het verschil tussen beide werken kon niet groter zijn!