Put

Vader Ab zat in zijn tent
met de allerjongste vent.
Heel de rest maakte een tocht,
omdat men naar voedsel zocht.
Jozef schepte weer eens op
en de zon scheen op hun kop
dus ze werden extra boos
tot de oudste zei en sprak
dat ie Jozefs poten brak,
waarop Twee zei: ‘of ik loos
Snoever hier in deze put,
tot zijn nek toe in de prut.’
Zo gezegd en zo gedaan
Jozef moest de put in gaan.

Redding duurde maar een eeuw
toch gaf hij nog wel een schreeuw:
‘waarom moet het uren
of nog langer duren
voor de mensheid eind’lijk snapt
dat ik er ben ingetrapt?
Heer, red mij hier uit dit gat,
want mijn voeten worden nat!’

En let op: wat kwam eraan?
Op kemels in een karavaan
heel een bende handelaren
die een klusje moesten klaren.
Farao wilde een slaaf
en dus speurden zij heel braaf
maar het wou niet lukken
wat de pret deed drukken.

Jozef kwam als een cadeau
voor Egypte’s farao
Hij werd uit de put getakeld
en heeft niet meer veel gekakeld.
Ja, de koop was spoedig rond
en de broers hielden hun mond.
Als Ab thuis naar Jo zou vragen,
was hij door een leeuw geslagen
en zijn mantel vol met bloed
deed het als bewijs dan goed.

Wat valt hier nou van te leren?
Poch niet op je dure kleren!
Ben je in de put beland,
vraag dan hulp van d’ Heer zijn hand.