Na de woon- en werkruimtes werden het meest gewaardeerd de kroegen in Zwolle.
In mijn schetsboek zijn heel wat tekeningen gewijd aan cafés, tapperijen, uitspanningen
en terrassen.
De kroeg: ideaal om in je uppie eenzaam te zitten wezen…
te twisten om nóg een laatste biertje…
of voor intellectueel hoogstaande dronkenmanspraat…
maar ook geboorteplaats en graf van menige romantische relatie.
De discotheken waren duidelijk minder favoriet.
In de meeste ben ik slechts één keer of helemaal nooit geweest.
Terwijl ik op mijn zestiende toch eens in de finale van een danswedstrijd heb gestaan.
Op een schoolfeestje van het meisje van de Lautrec-posters.
Laten we er daar maar één op drinken.
‘Ober!’