Zoek! De held is zoek!
Paniek en radeloosheid, uiteraard.
Als mieren met ingekorte pootjes darren dorpelingen rond, op zoek naar raad.
(Een beetje dom, want de held is kwijt, niet de raad.)
Men zit er danig mee. Tot eindelijk iemand opstaat.
Boer Burt.
Wegens de omvang en het gebruik van zijn mond zowel gevreesd als heimelijk geminacht.
De meute bombardeert hem onmiddellijk tot leider.
Heintje, de zoon van de pastoor, noemt hem spontaan zelfs held. Waardoor de hele zoekexpeditie overbodig wordt en men vrolijk feest kan gaan vieren.
Eind goed, ondergoed, zou je denken. Maar daar steekt mister Ter Zijde, openlijk agent van de gevreesde narrative squad, een stokje voor. ‘Wat een platte plotse plot,’ fulmineert hij. ‘En nog losse draadjes op de miskoop toe!’
Ai, daar heeft hij wel een punt. Losse draadjes, daar struikelen lezers over. Schadeclaims, reputatieschade en kritiek op mijn ambachtelijke vaardigheden, als ik er niks aan doe. Noem mij bovendien één schrijver, die zo’n oproep vanuit deze of gene zijde onbeantwoord durft te laten. Nee, dat draadje is een punt die geslepen geslepen moet worden.
Hoe komt mijnheer pastoor aan een zoon? Dat weet elke volwassen dorpeling en ik zal het hier getrouw uit de babydoeken doen. Het wurm werd na aflevering van de veertiende kruiswegstatie ingewikkeld in doeken achter het doopvont gevonden door Marie, de huishoudelijke hulp van de heeroom.
Uiteraard werden door boosaardige tongen wel verdenkingen c.q. verdachtmakingen gefluisterd. Maar zonder getuigenverklaringen, liefst aangevuld met daderkennis, of materiële bewijzen hebben deze praatjes geen andere status dan gerucht, het best gekwalificeerd als smaad of laster, wat in de praktijk overigens zelden tot vervolging of gevangenisstraf leidt.
[Bron: https://www.amsadvocaten.nl/de-rechtsgebieden/mediarecht/smaad-en-laster/]
Als steunbewijs proberen deze lastertongen nog wel eens aan te voeren, dat zij de huishoudster in de weken voorafgaand aan de babyvondst enkele weken achtereen niet bij de eucharistieviering hadden gezien, waar zij voordien en ook later toch tot de meest trouwe bezoekers gerekend kon worden. Maar coïncidentie impliceert niet eo ipse correlatie.
Dat weet elke student rechtswetenschappen al na een uur statistiek en hoe daarmee te goochelen.