Dictum

O zorgeloze jeugd,
jij viel mij nooit ten deel.
Frustraties, trauma’s, woede,
ze maakten mij zo moede,
nooit leefde ik geheel.

Heb ik wel ooit gedeugd?
Pastoors en paters vonden: nee.
Wat hebben zij gesmuld
van telkens weer: ‘Gij zult!’
U ziet: het valt niet mee.