Vandaag vond ik een zwemband terug, die lang geleden in een map met veelbelovend materiaal was blijven liggen. Ik vroeg me af, hoe ik die band kon verstrengelen met nog zo eentje en sprong in het diepe, dat Photoshop heet. Lagen!
Nu zijn ze dus voorgoed getrouwd. Dat was ook een zekere Helena en in haar geval kwam daar een hoop narigheid van. Wat prachtige verhalen opleverde en stof voor toneel, zang, beeldende kunst, film en computercriminaliteit, gebaseerd op de list van Odysseus. Trouwen en zelfs wíllen trouwen (de casus Montague versus Capulet) levert dus mooie, leerzame literatuur op. Wie ben ik om niet ook mijn steentje bij te dragen?
Helena van Th.
Helena van Th. had de vage notie, dat ze een duivels plan moest smeden. Haar gedachten hadden nog geen concrete vorm kunnen vinden, maar ze stookte de open haard al op om klaar te zijn, zodra de tijd rijp was. ‘Wees waakzaam, want gij kent dag noch uur,’ hield ze zichzelf voor, hoewel ze een voorwerp uit Denduela bezat, die haar grootmoeder haar had nagelaten. De naam noch het nut van dit apparaat waren haar ooit uitgelegd, maar een gegeven voorwerp uit de steppen van Denduela opent men nu eenmaal niet.
De oude man, met wie ze van staatswege gedwongen was samen te leven, zag het stoken van de open haard met lede ogen aan, omdat de bodem van hun karige spaarpot in de vorm van een vrolijk roze varkentje al zichtbaar was tussen de laatste koperen munten.
Terzijde: de instelling van gedwongen samenlevingsvormen bracht vele voordelen mee voor de autoriteiten van Totalita 1984. Spijt over vervlogen liefdesidealen behoorde tot het verleden, nu mannen en vrouwen van vergelijkbare maatschappelijke stand van overheidswege aan elkaar gekoppeld werden. Het voorheen schrikbarend hoge aantal echtscheidingen was door deze verstandige maatregel significant gedaald. Zodra de laatsten, die zich het liefdeshuwelijk nog konden herinneren, de pijp aan Maarten hadden overhandigd, zou dit nare overblijfsel van misplaatste romantiek waarschijnlijk ook volledig uitgebannen zijn. Wetenschappelijke studies wezen in elk geval in die richting.
Op straat bleven steeds vaker passanten staan, die wezen naar de fel rokende schoorsteen boven de eenvoudige woning van Helena en haar stokoude partner. ‘Die het breed hebben, laten het breed hangen,’ en ‘daar rookt iemand zeker en vast een dikke Clinton-sigaar,’ morden ze hoofdschuddend, waarna ze hun weg naar huis of habitat vervolgden. De schamele hoeveelheid boodschappen in hun valiesjes dekten zij met hun blote vrije hand af tegen rovers, die je in deze barre tijd op elke straathoek kon verwachten, want waar het ene maatschappelijke euvel afnam, floreerden andere juist.
Terzijde 2: Hoe simplistisch denken toch de gewone man en vrouw in Totalita 1984.
Op elke straathoek verwachten zij een rover, terwijl de echte rovers zich al lang in hoge posities hebben genesteld. Vanuit hun citadel laten zij oekazes uitgaan over het volk, die steevast beogen de inkomsten van de citadel te verhogen ten koste van de geminachte onderklasse met hun paar zilverlingen, verstopt in oude sokken.
Nu de open haard gezellig loeide en er geen huishoudelijke taken meer op Helena rustten, zette zij ter ontspanning de tv aan. Haar bejaarde eega zag het grimmig aan. Vanaf het flikkerende scherm gooide de vermaarde doemprofeet Jibschar het publiek tot lering en vermaak zijn boodschap in het gezicht: ‘Het onafwendbare noodlot wil altijd zijn zin, hoe de mens ook spartelt en tegenstribbelt en soms een kreetje slaakt van ‘moet dat nou?’ of ‘waarom ik?’ De nutteloosheid van zulke kreetjes behoeft hier geen toelichting, daar ieder haar uit eigen ervaring zal kennen. Wie de leeftijd des onderscheids nog onvoldoende heeft bereikt en de gekromde rug berustend onder aanvaarding van het wreed opgelegde lot schurkt, dezulken zeg ik u, zullen nog menige slag van de Nornen te verduren krijgen, vooraleer ook zij zullen inkeren en de vroeger versmade raadgevingen naarstig uit de wind zullen proberen te vangen. Doch de molens van het lijden malen langzaam, maar grondig. Niet de mens vertroosten zij, noch de larven en reptielen, maar de stoeptegels en de wetsdienaren, die vertwijfeld orde trachten te houden in een chaos, die groter is dan zij, groter zelfs dan het ekpyrotisch universum, dat zij zo licht verwarren met leverpasteitjes.’ Het inspirerende betoog werd ruw afgekapt door reclame. Spijtig draaide Helena de knop om. Ze besloot om een plan uit te broeden.
Welnu, lezer, u weet ongetwijfeld hoe het met verhalen gaat: ze worden steeds sterker. De fraaie ende alzo ware historie van Helena van Th. was geen uitzondering. Binnen korte tijd zag haar verhaal er zo uit:
Helena 2.0
Sinds elk particulier initiatief inzake partnerkeuze door de Hoogste Autoriteit met harde hand werd ontmoedigd, behoorde niet alleen spijt over vervlogen liefdesidealen tot het verleden, maar constateerden politie en justitie ook een significante afname van huiselijk geweld en bewezen gevallen van openbare dronkenschap. Het aantal echtscheidingen daalde en dit veel leed veroorzakende fenomeen zou naar verwachting volledig uitgebannen zijn, zodra het romantisch aangegane huwelijk geheel en al vergeten was.
De leden van de Hoogste Autoriteit stelden dan ook met gepaste trots vast, dat strikt gereguleerd samenleven alleen maar voordelen opleverde en kosten reduceerde.
Toch legde niet iedereen zich lijdzaam neer bij het wijze besluit van de overheid om sturend op te treden in een kwestie, die eeuwenlang voor stil leed en halszaken had gezorgd. De ravenzwartharige Helena uit L’Ivronge bijvoorbeeld vond, dat ze in opstand moest komen en stookte rebels de open haard op, tot het vuur in overeenstemming was met haar woede. Op de openbare weg wezen voorbijgangers naar de walmende schoorsteen boven de sjofele woning. ‘Die het breed hebben, laten het breed hangen,’ hoonden ze, waarna ze somber verder sjokten, lurkend aan hun sigaar van bukshag.
Helena’s bejaarde partner Laus zag dit hellevuur met lede ogen aan. Hij vreesde het einde van hun houtvoorraad en vervolgens de teloorgang van hun spaarpot. De oude nurks zag slechts spilzucht en jeugdige overmoed, wanneer zijn echtgenote de haard opstookte, maar alle jongemannen, in de kracht van hun bronst, benijdden de grijsaard, aan wie door een administratieve fout de beeldschone Helena was toebedeeld. Hoe velen van hen hadden om haar ongenaakbaarheid, lijdend als een jonge Werther en met een op hol geslagen hormoonspiegel, hun polsen al niet bekrast, hun beddengoed en goede naam bezoedeld? Helena, die seksegenoten groen van afgunst had gemaakt, zodat ze als erwt of snijboon verder moesten met hun tweederangs leventje. Helena, die troubadours meedogenloos van de ladders tegen haar balkonrand had gemieterd, zodat gitaren, lieren, triangels, xylofoons en ander lawaai-gerei een triest einde vonden. (Aan de oude man was dit allemaal ontgaan, omdat zijn kunstgebit in een glas water op het nachtkastje stond.) Helena wilde ten koste van alles een plan doorzetten. Ze wist, dat de molens van het lijden grondig malen en dat hun aanblik slechts de wetsdienaren vertroost, die orde willen houden in een chaos, die groter is dan zijzelf.
Maanden, weken, dagen, uren piekerde ze dan ook. Tot zich vanzelf, onverwacht en onbedacht, een kans op ommekeer voordeed.
Het geschiedde, dat de jaarmarkt plaatsvond om de consumptieve bestedingen te stimuleren. Dé plek om wintervoorraden, warme kleren, nieuwe klompen en wat al niet aan te schaffen. Terwijl haar oude knar stond af te dingen op een partij brandhout, sloop Helena naar de tent van het helderziende medium en onfeilbare orakel Madame Caïssa, de enige die in tegenstelling tot de wachtende mannen niet verblind werd door de schoonheid van Helena, omdat ze immers helderziend was en bleef.
Door de wol geverfd en getekend door levenservaring had deze vroede vrouw – door jaloerse concurrentes Madam Kassa genoemd – na enig gesnuffel aan een antieke kruik uit Delphi direct een antwoord op de vraag van Helena: ‘Verlost worden van alle sores? Laat je schaken!’ Zwevend van geluk verliet Helena de tent, na betaling met de laatste spaarduiten uit het roze varken.
Ze voegde de daad bij het antwoord.
De gevolgen zijn bekend. En wat leren we hiervan? Dat bijna niemand leert van de geschiedenis, hoogstens de slechteriken die listen transformeren tot subversieve acties.