Dominee Visser had zich de gansche Heilige Schrift in het hoofd gehaald, zodat hij in en voor elke situatie des levens een troostend, opbeurend of vermanend citaat bij de hand had. Zijn lievelingsmotto, dat voor hem zowel een levensdoel als een identiteitsbevestiging inhield, was Mattheüs 4:19. En zijn Leitmotiv vond hij steevast in Jozua 1:8.
Dit verklaart, waarom zijn preken zo succesvol waren.
Massaal kwamen de mensen eropaf.
De kentering begon in te zetten, toen in de jaren Vijftig de kijkkastjes populair werden en hem sluipenderwijs begonnen te beroven van luisteraars. Logisch, want één plaatje zegt meer dan duizend woorden, dus tegen een beeldenlawine valt talig niet op te boksen. Natuurlijk verdedigde dominee zich tegen de nieuwlichterij en ‘nieuws-oplichterij’ zoals hij vaak fulmineerde. In zijn bevlogen preken noemde hij de bron van vermaak en nieuwsopenbaringen dan ook steevast ‘hypnotiserende breinvervormers’ en ‘het slaapmutsje van satan.’
Reacties van opstandige jongeren, die vooral opstonden tegen hem en de gepasseerde tijdgeest die hij in hun ogen vertegenwoordigde, bleven niet uit. Vooral een zekere Oranjebaard wist niet van ophouden of aanpassen.
Honend riep hij vanaf bankjes in het stadspark, dat camera’s alles objectief registreren en het volk dienovereenkomstig informeren, zodat elk zelf de waarheid kan vinden zonder vooringenomen reisleiders, die slechts de belangen van de heersende klasse dienen.
Je vraagt je af, waarom deze marxist en communist Oranjebaard niet openlijk Roodbaard werd genoemd in de media.
Enfin, de morele aftakeling was niet meer te stuiten, hoe Visser zijn slinkende publiek ook binnenboord probeerde te houden met waarschuwingen zoals: ‘Gelijk lemmingen zal de vermaak-industrie u geleiden naar de steile afgrond, waar Satan in de diepte de val van
uw ziel grijnzend verwelkomt.’
Zijn wijze woorden waren slechts zaden, die in verdroogde voren belanden. ’s Avonds bij een goed glas wijn bepiekerde hij de situatie menigmaal om aan het eind van de fles te concluderen: ‘Geef het volk een gouden kalf en ze zullen dansen en springen tot ze de hele poppenkastvoorstelling mogen zien.’