Vandaag moet er vanuit intense wrevel een land gebroken worden voor de genadeloze afstraffing van stommiteiten, die sommige typetypes (m/v) aan hun an sich onschuldige toetsenbord weten te ontrukken.
Hierbij maakt het weinig verschil, of dit geschiedt uit onhandigheid, slordigheid of uit de nalatigheid om hun geproduceerde letterbrij te (laten) controleren alvorens deze op de wereld los te laten.
Het ongerief en de ontstemming bij hen, die gesteld zijn op ordentelijke teksten,
is er niet minder om. Want banale fouten of blunders maken zelfs het scherpzinnigste betoog vol verrassende vondsten en spitsvondige conclusies tot een leeshel.
Blijft de belangstellende lezer immers niet zijns ondanks als het ware hangen bij de geconstateerde tikfout, waardoor zijn aandacht afdwaalt en denkfouten in het betoog hierdoor zouden kunnen ontsnappen, wat alleen al door de mogelijkheid irriteert en eo ipso de concentratie nadelig beïnvloedt.
Eigenlijk geldt dit ook voor spelfouten in een levendig verhitte discussie. Bijvoorbeeld over een antiek beeldje, waarvan de deskundige links beweert, dat het een prehistorische radio of iPod is, terwijl zijn opponerende collega rechts bezweert, dat het een zestiende-eeuws afgodsbeeld uit een mergelgroeve betreft, omdat koolstofdatering en een MRI-scan hierop eventualiter lijken te kunnen wijzen.