
wanneer rond middernacht
de arbeid is volbracht
de doodstrommen verstommen
dan komen uit hun graf
scriptognoten stil geklommen
ja, uit hun graf gekomen
bestormen ze mijn dromen
ze zijn dan wel gestorven
hun adem ruikt bedorven
maar hoe gaan zij bestormen?
wel, in de vorm van wormen
ze knagen al mijn vlees eraf
zodra ze komen uit hun graf
en daarna ook de botten
er valt niks meer te rotten
dan vreten ze mijn dromen
ik kan niet meer ontkomen
en bij mijn allerlaatste snik
verdwijnt dan zelfs ook nog mijn ik
de doodstil is een heel vreemd oord
wie sterft ligt naast wie werd vermoord
dit is de kooi der stillen
het heeft geen nut te gillen
men noemt die plek ook wel eens crypt
het einde van elk levensscript
(om uw kennis te vergroten
lees beslist de zeven noten
als een groet der scriptognoten)
Noot 1: Ik herinnerde me enkele dagen geleden de eerste vier regels van dit gedicht en besloot die uit te typen om eens te zien, of er van de rest dan ook nog iets boven zou komen drijven. Amper. Dus vulde ik dat restje aan met nieuwe regels tekst. Het resultaat staat boven. Daarna ging ik op zoek naar het origineel. Dat bleek te staan in mijn schoolagenda uit 1969 en ik heb het geschreven in augustus van dat jaar. Zie de afbeelding.
Noot 2: De scriptognoten waren toen nog skruptognoten en het hele stuk met sch-klanken was inmiddels uit mijn geheugen verdwenen. Overschreven met nieuwe lariekoek. Kwijt dus.
Noot 3: Wat of wie bedoelde ik zo lang geleden met skruptognoot, op de voorkant van die agenda trouwens in Griekse letters geschreven, ongeveer als σkργπτωγνωt? Dat was iemand, die zich in tekst wist te verbergen.
Nou, dat lukt mooi niet. Lees Het verboden rijk van Slauerhoff maar.
Noot 4: Maar gnoot verwijst niet alleen naar gnosis of γνωση, (geheime) kennis, maar ook naar genoot. Kennelijk wilde ik mijn inzichten toch wel graag delen, anderen er deelgenoot van maken.
Noot 5: De link naar script en levensscript leg ik pas nu, als een soort terugblik naar de tijd, die ik aan astrologie heb besteed om te ontdekken,
of er zoiets als een (nood)lot bestaat en hoe we dat dan moeten verenigen met de vrije wil. In de rechtspraak veronderstelt men noodgedwongen het bestaan van de vrije wil, omdat anders een dader niet verantwoordelijk verklaard kan worden voor zijn misdaden. Een alles beschikkend, als het ware voorgeprogrammeerd lot wordt om dezelfde reden afgewezen.
Als ik enkele boeken over toerekeningsvatbaarheid, o.a. van A. Mooij, tenminste goed begrepen heb.
Noot 6: Het stuk bij woensdag 13 is een ander gedicht, dat losstaat van de Skriptognoten, maar wel aardig mijn gemoedstoestand van toen weergeeft.
Noot 7: nu de oorspronkelijke tekst, voor wie die moeilijk te lezen vindt.
De skruptognoten
Als, te middernacht,
de doodstrommen verstommen,
komen, uit hun graf geklommen,
SKRUPTOGNOTEN
mijn dromen bestormen
En door ’t schandelijk geschreeuw
dier schuwe schimmen geschrokken
valt mijn schamel ik, zo verschrikkelijk
beschimpt en geschaad door die schurken
schurend en schavend langs
wanden groen, de schacht in
steeds dieper, steeds dieper.
Geschrokken, doch ongeschramd,
– o, schril contrast! –
schrijf ik mijn schimpscheuten
op de SKRUPTOGNOTEN
