Op de tinne

Satan wil Jezus verleiden
Nou, daar staan ze met hun beiden
slechts hun chroniqueur is bij ze
maar die zwijgt als een echt wijze

Satan zegt: ‘U wordt bedonderd,
mijn gevolg telt al achthonderd.’
Jezus lacht hem vierkant uit:
‘Wat ben jij een leuke guit.’

En hij pakt Joost bij de lurven
met de vraag of hij zou durven
springen van de tinne af
zonder valscherm, dus niet laf

‘Hallee loeja wil je zingen,
als ik werkelijk zou springen,
maar ik ben toch echt niet gek,
straks land ik nog op een hek.

Ik blijf liever op mijn hoede,
wil mijn reet niet op een roede.
En staat trouwens niet beschreven,
dat juist jíj dat moet beleven?’

‘Wat een zwak verweer is dit
door een duivel zonder pit,’
denkt de gisse chroniqueur
en hij wijst Satan de deur.

Satan druipt verdroten af
en bezint zich op een straf
voor die gast in wit gewaad
die hem telkens weer verslaat

‘Als ik nog iets kon verzinnen
had ik weer een sukkel binnen,’
mompelt Satan vol van wrok
‘Hij de oven in, ik kok.’