Abe en Kay Karmasof
Moeder Sarira
Nagenoeg beteuterd staan ze samen in de livingroom, de broers Abe en Kay Karmasof. Spaarzaam licht van de kandelaar, die zo vol zit met herinneringen aan hun vertrokken moeder Sarira, valt over hun gelaten. Licht, al even spaarzaam als de antwoorden, die zij kregen
van hun vader Atmans.
Vader Atmans Karmasof
Waar vindt men iemand, zó streng doch rechtvaardig? Die rechtvaardigheid is trouwens tegelijk Atmans’ kracht als zijn zwakte. Want juist doordat hij enkel recht kan varen, is hij veroordeeld om zijn werkzame leven te slijten als pontbaas op een kanaal in het gewest Nogo, dat men in oost noch zuid kon dulden en daarom verbannen heeft naar de verste uithoek in het rijk.
Hier wonen verder alleen gojims, misdadigers en weggejaagde filosofen die in leven trachten te blijven met dubieuze tussenhandeltjes. Hoe graag had vader Atmans een oceaanstomer beroerd of een olietanker van een glibberige maatschappij. Maar ach, op zulke vaartuigen is hij aquaria non grata.
Wat zijn grimmigheid verklaart, zijn gesloten karakter gelijk Bolmikolke, maar bovenal zijn weigerachtige attitude wat betreft het geven van antwoorden op de prangende levensvragen van zijn zoons.
Abe en Kay hebben dan ook begrijpelijkerwijs een heel eigen fantasiewereld opgebouwd, waarin hun moeder als een hemelse madonna boven de schepping troont, gezeten op een stevige wolk. Had hun vader beide broers toegestaan om naar de kunstacademie in de hoofdstad Kop te gaan, wat had hun leven er dan anders uitgezien! Schilderijen hadden ze geproduceerd van hun madonna op een kleurrijke cumulonimbus boven een strak Delfts blauwe hemel.
Madonna op cumulonimbus
Hun werken zouden amper hebben ondergedaan voor die van Van Eyk of De Kooning en ze hadden hen onvermijdelijk enige fabelachtige faam gebracht als de meesters van het gedehydreerde sceptualisme. Ook hadden zij de kunstcritici voorgoed de mond kunnen snoeren met hun later ontwikkelde gedeterzineerd fragmentisme, waarvan hier een treffend voorbeeld.
Devils downfall
Maar ja, het getikte Lot en de Nornen beschikten anders. En daarom staan de broers Karmasof dus tien woordenboeken later tot aan hun enkels beteuterd in de woonkamer.
