Tot ieders groot verdriet
verdween ik in het riet
Als ik niet was verdwaald
had ik de meet gehaald
Wat had ik er te zoeken?
Je vindt er zelden boeken
Plots zag ik een verroeste fluit
ik dacht: dat ding haalt mij eruit
Dus ging ik er op blazen
en het zal niet verbazen
dat tussen alle pluimen
een god naar mij kwam fluimen
Hij blies hoog van de toren
dat hij niks wilde horen
Hij werd er woest en razend van
de fluit was eigendom van Pan
Xat dik in de penarie
zweette als een kanarie
Is er nu in het ganse land
geen die deze zaak neemt fluks ter hand?
Pan nam er geen genoegen mee
luisterde niet naar mijn flemen
nee, het eerste dattie dee
was mij de fluit ontnemen
Alles leek totaal verloren
maar ik mocht een beltoon horen
uit de achterzak des gods
hij vloog weg, en nogal plots
Hij was teruggefloten
dat heeft hem zeer verdroten
want hij wist nu: mijn spel is uit
maar toch bezat hij weer zijn fluit
Wat eerst nog scheen zo hachelijk
leek nu gewoon belachelijk
het riet oogde zelfs groener
ik dankte mijn beldoener
De weg naar huis bleek simpel zat
ik vond meteen het juiste pad
Het leerpunt van dit alles was:
vis nooit een fluit uit het moeras