Wie rijdt er zo laat door de nacht,
poetst de plaat, slaat op tijd geen acht?
Is het een vader met ziek kind
voortgejaagd door gure wind?
Of is het ridder Krop Krulsla
die roept: ‘hoogste tijd dat ik ga!’
Haast hij zich spoorslags als een dief
en vlucht hij snel op zijn ros Bief?