Is kennis over het leven van een kunstenaar nuttig, als je zijn werk wilt begrijpen?
Over deze vraag is al zoveel gepalaverd en gepend, dat bescheidenheid mij dwingt, slechts de vraag in herinnering te roepen en het hierbij te laten, met als kanttekening wel een vraag, die toch oprijst: is willen begrijpen misschien al van meet af aan een fout uitgangspunt bij het kijken naar kunst?
De menselijk geest snakt naar het inbedden van het onbekende in wel al bekende patronen, omdat dit een gevoel van veiligheid oplevert, dus goede nachtrust zonder kruidenthee en daarmee energie voor morgen, wat weer de kans op instandhouding van de soort vergroot. Een mooie illustratie van deze drang om nieuwe waarnemingen in oude zakken op te bergen zien we bij toepassing van de Rohrschachtest, maar ook bij kinderen en veel volwassenen, die in wolken allerlei stripfiguren en dergelijke zien. Voor mijn eigen werk pas ik de techniek van ‘vlekken lezen’ vaak toe. Het is een bron van inspiratie, waarmee ik erg in de wolken ben.
De originele tekening van de steenbok, 5,5 x 9 cm groot, – uiteraard een zelfportret, want ik heb zelden iets anders afgebeeld dan de goden uit het diepst van mijn gedachten -, heb ik uitgevoerd als ets van 22 bij 31 cm. Docent en later AKI-directeur Sipke Huismans hielp mij bij het afslaan van de inkt van die prent. Dat afslaan is klotenwerk. Ben je op een klein veegje inkt na klaar, sla je met je blote hand onbedoeld een hele kwak inkt uít de groef. Opnieuw insmeren maar weer en alles nog eens overdoen. Voor mij toen aanleiding om het etsen voor gezien te houden.
De hond en het varken waren ook kandidaten om Rembrandt naar de kroon te steken, maar zijn altijd de kleine pentekeningen gebleven, die u hier ziet.