Ver van mijn heideroosje
daar stond een bonte koe
en allen die haar zagen
die riepen direct boe
Dat is toch geen beschaving
zo doet men dat hier niet
zo’n koetje geeft men laving
en soms een rode biet
Reactie van Marcus Koestaart, oneervol emeritus te Dormond:
Het zijn vast geen matrozen
die zo hun galvocht lozen
bij ’t zeezout op de heide
al zijn daar ’s zomers meiden
die willig meegaan naar het bos
daar gaan ze met matrozen los
Of mannen uit Maastricht
ontsnapt aan een gesticht
die roepen meestal boe noch bah
mij rest daarom hier nog slechts ‘tja’
Dit einde is wellicht contrair
en zeker ook niet literair
maar wil niet euvel duiden
dat van al mijn geluiden
ik steeds de meeste blèr